Aantekeningen


Treffers 701 t/m 750 van 1,079

      «Vorige «1 ... 11 12 13 14 15 16 17 18 19 ... 22» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
701 Rotterdam 1818 a33v Gezin F97
 
702 rouwbrief, Reitsma, Rinze Sytzes (I3187)
 
703 Samen met Gerrit een tweeling. Brummel, Jan (I9763)
 
704 Sara van den Brouck


moeder op zaterdag 13 maart 1632 Breda



Plaats: Breda


Bron: GA Breda


Gezindte: rk


DTB-nr: 3, fol: 191


Naam kind: Cornelia


Datum doop: 1632-03-13


Man/Vrouw: v


Naam vader: Joannes Boullaert


Naam moeder: Sara van den Brouck


Naam peter: Joannes Vernum


Naam meter: Cornelia Sanders


Opmerkingen: RK Dopen Brugstraat

 
van den Brouck, Sara (I2439)
 
705 Schepen van Portugaal Doen Beijensz (I1969)
 
706 Schoonvader van de zeeheld Maerten Harpertsz Tromp. Via deze is ook Cornelis Tromp (9 sep 1629 - 29 mei 1691) familie. de Haes, Cornelis Cornelisz (I1947)
 
707 Sebo HUNINGA van Oostwold


landbouwer/kerkvoogd te Beerta-jonker van Oostwold, geboren 1605 te Oostwold, overleden op vrijdag 15 april 1661 te Beerta en begraven in de Hervormde Kerk van Beerta.



"ANNO 1661, DuitslandN 15 APRILIS, IS DE WELEDELGEBOREN EN GESTRENGE JONCKER SEBO HUNINGA VAN OOSTWOLT,OUD 56 JAEREN,IN DEN HEEREN CHRISTELYCK ONTSLAPEN".



Grafschrift:



ICK HEB OP DESER AERD GESTREEDEN


IN GEMACK EN MOEILIKHEDEN


ICK HEB GEYVERT VOOR 'T GEMEEN


NU RUST ICK ONDER DESEN STEEN.



eigenaar van de Tiddingaborg.De Tiddingaborg werd later Huningaborg genoemd. In 1857 afgebroken.



Wapen:(volgens Rietstap) Van Lazuur (blauw) met een zilveren leeuw, rood getongd. Hemteken, de leeuw, uitkomend.



De invloedrikste persoon in Beerta is in de eerste helt van de 17e eeuw Sebo Huninga van Oostwold. Hij woont in Beerta en is afkomstig van Oostwold. Sebo is, voor zover bekend, gereformeerd. Gezien de banden, die er tussen de Oldambster volmachten, waarvan Sebo Huninga als leider fungeert, en de gemeenschap der doopsgezinden bestaan, mogen we aannemen dat Uucke Walles en Sebo Huninga elkaar goed hebben gekend. We kunnen ervan uitgaan dat Sebo Huninga als leider der Oldambster volmachten, en Uucke Walles, als leider er Vlamingen, in ieder geval vanaf 1637 elkaar in hun strijd tegen de stad, respectievelijk tegen de stad en Jonkheer Lucas van Lissabon de helpende hand bieden. Uit voorgaande valt te concluderen dat Sebo Huninga de doopsgezinden in de Beerta en dus ook de doopsgezinden in het Oldambt in posotieve zin tegemoet zal zijn getreden. (Uit geschiedenis der doopsgezinden in het Oldambt)


In 1639 werd hij bij verstek ter dood veroordeeld, daardoor moest hij enige tijd als balling rond zwerven, totdat de heren van de Ommelanden en vervolgens de Algemene Staten hem in hun hoge bescherming namen. Zoon van Eppo Aylckens HUNINGA en Etta ENGELKENS. Ondertrouwd 1625, gehuwd voor de kerk 1625 met Tyade Doedes TIDDINGA, geboren te van Beerta. Tyade bracht het huis Tiddinga te Beerta in het huwelijk, later werd het Huningaborg genoemd, in 1857 afgebroken


Tyade is de erfdochter van Doedo Tiddinga, Heer van Tiddingaborg te Beerta, overleden 1623, jarenlang kerkvoogd te Beerta, en van Bauke Hayckens.



Wapen volgens Pathuis: Drie leliën.


Helmteken: twee struisveren waartussen een lelie.



Tija Tiddinga huwt rond 1626 met jonker Sebo Huninga van Oostwold. Daarna verandert de Tiddinga in een Huningaborg. Tija Tiddinga is na 15-05-1682 overleden. Dochter van Doede Luerts TIDDINGA en Bauwe HAIJCKENS


SEBO HUNENGOA



Doar ree n ridder biederhaand


Al deur het Woldoldambsterlaand.


In vol gelop dreef e zien peerd,


Op zied haar e zien blaanke sweerd.


Elk dei hom zag dei keek hom noa,


De ridder Sebo Hunengoa.


In 't olle loug bie Lesterhoes


>Doar ruip e: is de smid in hoes ?


Besloag de houven van mien peerd,


Moar leg de iezers net verkeerd.


Van dei van grunnen, van de stad,


Dei wazzen op het oorlogspad.


In 't vrij Oldambt, en zöchten noa


De ridder Sebo Hunengoa.


De smid, dei sluig dou Sebo's peerd


De iezers onder - net verkeerd.


>Dou ree de ridder biederhaand


Al deur het Woldoldambsterlaand.


In vol gelop dreef e zien peerd,


Op zied haar e zien blaanke sweerd.


Elk dei hom zag dei keek hom noa,


De ridder Sebo Hunengoa.


Dou stadjers kwammen op zien spoor,


Dei zok in 't wiede veld verloor


Dou ruipen ze: "Hom noa,Hom noa:


De ridder Sebo Hunenhoa"


En juigen deur 't Oldambsterlaand


Moar net noar de verkeerde kaant.



D.S.H.



Sebo Hunengoa, dei ridder biederhaand, leefde van 1603-1661. Hai was aigender van de Tiddingabörg in Oostwold, moar doar luit e 't nait bei. Hai kwam in verzet tegen de stad Grunnen (dei ook dou al de boas speulen wol) en kreeg doarbei steun van de Ommelander Landdag in Apingedam. In 1640 brocht hai de zoak veur Stadholder Frederik Hendrik, moar de oetsproak vuil gunsteg oet veur de stad. Dat staait aalmoal te lezen in de Grunner Encyclopedie van K. ter Laan. En ook dat Sebo Hunengoa in 1639 oet de pervinsie verbannen wuir, noadat de stadjeders vergees perbaaierd haren om de ridder gevangen te nemen (zoals in 't gedicht te lezen staait). In 1640 stuurden de Stoaten-Generoal afgevoardegden, dei de stad bevestigden in 't bestuur over 't Oldambt. De praktiek was nait zo makkelk, want in 1643 stelde 't Oldambt n aigen regeren in. Der wuiren 300 gewoapende mannen in dainst nomen en de drost en siktoares wuiren votjagd. In 1648 gelastten de Soaten-Generoal, dat 't Oldambt de ambtenoaren van de stad erkennen mos.

jonker Sebo Huninga van Oostwold

(ca. 1605 - 1661)


Wapen (volgens Rietstap): Van lazuur (blauw) met een zilveren leeuw, rood getongd.


Helmteken: de leeuw, uitkomend.



Grafschrift en wapen volgens Pathuis: In blauw een zilveren leeuw. Helmteken: een uitkomende leeuw. (GDW 847) Overleden 15-04-1661 en begraven in de Hervormde kerk te Beerta.



“ANNO 1661, DuitslandN 15 APRILIS, IS DE WELEDELGEBOREN EN GESTRENGE JONCKER SEBO HUNINGA VAN OOSTWOLT, OUT 56 JAEREN, IN DEN HEEREN CHRISTELYCK ONTSLAEPEN.”



Door een huwelijk rond 1626 met Tija Tiddinga het enige (wettige) kind van Doedo Tiddinga te Beerta (Heer van Tiddingaborg te Beerta, ov. 1623, jarenlang kerkvoogd te Beerta) kwam hij in het bezit van de Tiddingaborg aldaar (die later Huningaborg zal heten).


Als eigenerfde te Beerta komt hij voor 8 september 1630. Kerkvoogd aldaar was hij vanaf 14 oktober 1630 tot 27 februari 1658 wanneer hij voor het laatst als zodanig voorkomt. Op 11 juni 1658 gelast hij de predikant te Beerta een nieuwe kerkvoogd te doen aanstellen.


(Uit: “Geschiedenis der doopsgezinden in het Oldambt” blz. 111. Van Sebo Abels.)



In 1639 werd hij bij verstek ter dood veroordeeld, daardoor moest hij enige tijd als balling rond zwerven, totdat de heren van de Ommelanden en vervolgens de Algemene Staten hem in hun hoge bescherming namen.


[Huninga, Sebo] HUNINGA (Sebo), geb. 1605 te Oostwold, overl. 15 April 1661, jongste spruit van de zeven kinderen van Eppo Huninga van Oostwold (Oldambt) en Etta Engelkens. Hij huwde met Tya Tiddinga, dochter van Doedo Tiddinga te Beerta en werd na diens dood in 1623 bezitter van den Tiddingaborg aldaar. Door het aanmatigend optreden van de stad GR in het Oldampt werd de bevolking daar tot verzet geprikkeld. Zij maakten 10 Aug. 1639 een verbond, waarin zij verklaarden, zich niet langer aan het gezag der stad te willen onderwerpen en het aangedane onrecht niet langer te dulden, dat ze alles zouden doen om zich van de opgelegde lasten te ontslaan en daarvoor goed en bloed op te offeren. Zij benoemden als hun volmachten: Sebo Huninga, Wirtio Mattiae te Eexta en Doedo Edzes te Noordbroek. De stad trad nu met gewapende macht tegen hem op onder bevel van luitenant Schaay te Winschoten en zocht hem gevangen te nemen in zijn borg, doch de vogel was gevlogen, waarschijnlijk naar zijn zuster Aurelia, die gehuwd was met Edzard Grevinck te Leermens. Hij zocht ook de Ommelanden te bewegen zich meer onafhankelijk van de stad te maken. Wel 400 boeren kreeg hij op zijn hand, die goed en bloed bij hem wilden opzetten. Bijna alle Oldampter kerspelen zonden volmachten naar den Ommelander landdag te Appingedam, waar hij tegenwoordig was, en de Ommelander heeren beloofden hem ten allen tijde te willen bijstaan. De stadsoverheid veroordeelde hem nu tot verbanning uit de streken, waarover de stad bewind voerde. De Ommelander heeren richtten toen een schrijven aan den Raad, waarin betoogd werd, dat zij Huninga niet schuldig achtten. Daar dit niets baatte, wendden zij zich tot de Generale Staten in den Haag, die een edict uitvaardigden, dat alle twisten en procedures tusschen de stad en Huninga moesten worden geschorst, dat zij Huninga in hun protectie namen en dat de Oldampsters het aangeworven krijgsvolk moesten afdanken. De Oldampsters voorzagen zich van een rechtsgeleerde uit Emden, licentiaat Roevers, die alle kerspelen afliep om getuigen te hooren en Huninga's verdediging klaar maakte. Intusschen was Huninga met een groote hoop volk te Noordbroek gekomen en overlegde met den luitenant en kerkvoogd Doedo Edzes om gezamenlijk naar den Haag te reizen.


Hun bezoek bij Frederik Hendrik werkte echter niet veel uit. Op een audientie van den syndicus der stad bij Zijn Hoogheid (24 Maart 1640) beloofde deze daarentegen, dat de stad niet in haar rechten zou worden verkort. Na allerlei pleidooien was dan ook de einduitspraak bijna geheel ten voordeele van de stad. De verwikkelingen waren hiermede geëindigd. Van Sebo Huninga hooren we nu weinig meer. Hij werd begraven in de kerk te Beerta


Juist dankzij de grote dynamiek die deze samenleving kenmerkte, kon de oranjebeweging zo snel om zich heen grijpen. De stedelijke burgerij kon er niet omheen dat opkomende boerenstand steeds meer gewicht in de schaal legde. Rijke families die het ontbrak aan voldoende invloed, zochten zodoende steun op het platteland om hun positie te verbeteren. Omgekeerd trachtte ook de heersende elite vooraanstaande boerengeslachten aan zich te binden. De boeren werden op zijn beurt vooral gedreven door rancune: velen hoopten nog altijd op het herstel van de oude rechten en vermeende privileges die de stad hen ooit had afgenomen. Zij koesterden de herinneringen aan de ‘Oldamster Selfreddinge’ in de jaren vóór 1648, toen de eigenerfde boerenstand onder leiding van jonker Sebo Huninga het landsbestuur gedeeltelijk in eigen hand hadden genomen. De schriftelijke bewijsstukken die het stadsbestuur had willen vernietigen, werden nog steeds op sommige boerderijen bewaard. Van nabij kenden ze bovendien de burgeroorlog in Oost-FR, waar de standenvergadering in 1727 haar rechten gewapenderhand had verdedigd: slechts met de hulp van vreemde soldaten wist de vorst de overhand te krijgen op de vrijcorpsen, die vooral in het Reiderland hardnekkig standhielden. Het politieke systeem dat de Oldambtsters toch al “grotere Voorregten booven andere Quartieren” gaf, legde zodoende de basis voor verdergaande eisen. 

Huninga van Oostwold, Jonker Sebo Eppens (I1466)
 
708 Sexbierum; moeder van minderjarige Jan, Trijntje en Tjiepke Westra, Trijntje Edses (I3227)
 
709 Sikke Wybes, Westra Eelke E. gequalificeerde armvoogden van den dorpe Westra, Eelke Edses (I3225)
 
710 Sikkes Hibma) en van wijlen Neeltje (vrouw van Klaas Westra, Trijntje Edses (I3227)
 
711 sinds ong 1730 pachtboer van de in 1729 gebouwde en nog bestaande Gaaistee bij Oostvoorne (eigendom van de familie Gaai), korporaal (1742) en adelborst (1747) en in de "Burgercompagnie der ambagtsheerlijkheid" met een eigen geweer; daarenboven leverde hij twee ruiters. Vermeulen, Isaac Pieterse (I1538)
 
712 Taufpate: Maria Leenders Vergouw Storm, Joannis (I3428)
 
713 te Rijperkerk 1776; S26 183 Evertsdr, Baafke (I3312)
 
714 Tekst: Westra, Trijntje Edses (I3227)
 
715 Teunis was confirmed in the Dutch Reformed Church 29 Mar 1773. In the death records there were five of his unnamed children listed with the following dates of death: 5 May 1783, 2 Jun 1783, 19 Jul 1785, 31 Jan 1794, and 28 Sep 1798. In a military register of 1798 Teunis was listed as 50 years old, a painter, married with 9 children.


 
Beeuwkes, Theunis Lamberts (I2968)
 
716 Tija Tiddinga is de erfdochter van Doedo Tiddinga, Heer van Tiddingaborg te Beerta, overleden 1623, jarenlang kerkvoogd te Beerta en van Bauke Hayckens.


Wapen volgens Pathuis: Drie leliën.


Helmteken: twee struisveren waartussen een lelie.



Tija Tddinga huwt rond 1626 met jonker Sebo Huninga van Oostwold. Daarna verandert de Tiddingaborg in een Huningaborg.Tija Tiddinga is overleden ná 15-05-1682 overleden.



Tija Tiddinga is geboren rond 1604 (?), is overleden na vrijdag 15 mei 1682. Tija werd minstens 78 jaar.



4 april 1678 zijn gecompareerd en persoonliek gecomen, de E.E. vrouw Tia Tiddingha weduwe Huningha geadsisteert van de Hooch Edel Geboorn Jr.Dodo Allardt Huningha, Jr.Philips Daniel Finck en sijn Huisvrouw Ettien Huningha voor sich selven, en mede in qlit, als vremde vooghdt over de Heer Capitein Heckmans kinderen, Jr. Bonno Huningha en vrouw Sijpke Fockens anders Huningha sijn E.E., Huisvrouw, Joannes v. Lunen der beijden Rechten Docter in qlit, als vooghdt over de naegelaten kinderen van wijlen de manhaften en Wel-Edelen Capitein Bernhardt Heckman bij Juffrouw Bouwina Huningha geprocreert en naegelaten, zijnde nevens Jr. Finck hiertoe specialick geauthoriseert, Jr. Eppo Huningha, zijnde tegenwoordich oudt circum circa negen en twintich jaren, mede geadsiseert van den Hooch Edel Gebooren Jr. Dodo Allardt Huningha, bekennende en belijdende, dat si aengaende hare onderlinge quastie over de deilinge en wisselinge van hare Landerijen, alsmede Coop van het sterfhuis, Schuir en Duivenhuis mitsgaders plantagien in de Beerta en minnelijck en lieflijck accoordt hadden ingegaen, gedediget ende beslooten, en sulx in manieren nabeschreven Etc. 

Tiddinga, Tyade Doedens (I1467)
 
717 Tijdens de Devolutieoorlog werd Dowaai op 6 juli 1667 door de troepen van Lodewijk XIV van Frankrijk ingenomen en met het Verdrag van Aken het jaar daarop werd de stad definitief Frans.  Avé, Caspar Cantijn (I320)
 
718 Tijdens de volkstelling in 1829 woonde Eelke E.Westra 62 jaar,geboren teVeenwouden van beroep herbergier en zijn echtgenote Pietje J.de Roos 62jaar en geboren te Rinsumageest op het adres Veenwouden nr.109. Westra, Eelke Edses (I3225)
 
719 Toegangsnr. : 42 Westra, Trijntje Edses (I3227)
 
720 Transcriptie op het protocol van vrijwillige rechtspraak van Oldebroek, 1735-1745

Protocol: 552, Datum: 12 mei 1736, Pagina: 283v


Onderwerp: schuldbekentenis


Ick Luichjen Coops bekenne met desen mijn onderteeckeninge opregt en deugdelick wegens ontfangen penningen schuldigh te wesen aen Jacob Willemsen en Matjen Hendricks, echteluyden, off aen desselfs erffgenaemen een somma van seuven hondert caroli gulden ad 20 stuyver het stuck, voor welcke gebruyck der penningen ick bovengenoemt jaerlicks van yder hondert belove te betaelen drie gulden thien stuyver. En sall zijn aenvanck nemen op den 12 mey 1736, en soo van jaer tot jaer tot de volkomen offlossinge toe, voor welcke cappitael en verschenen intressen stelle en verbinde mijn persoon, namentlick mijn geregte vierde part in het erffjen op het Eeck in sijn bekende bepaelinge gelegen, sooals het van onse grootmoeders zijdt is aengeerfft, om in cas van wanbetaelinge en alle hinder en schaede soo van cappitael als intresse daer op en aen te mogen verhaelen. Des ten waeren oirconde hebbe ick bovengenoemt dese beteeckent en bezegelt, en nevens mijn gebeden Henrick Veltkamp en Gerrit Coertsen alsgeerffden op Veluwen, die het op versoeck also gedaen heben int Oldebroeck, den 12 mey 1736.

Leger waer onderschreven Luighjen Coops, Hendrick Veltkamp, Gerrit Koerts. En waer ondersegelt met drie zegulen.


Onderstonde: Den 50sten penning inhout deses is aen mijn betaelt met veerthien gulden op den 12 mey 1736.


Onderstonde Hendrick Veltkamp.


Dese is geregistreert den 12 mey 1736.


In margine:


Nae vertoninge van dese zijde staende brieff, soo is die originele brieff aen mijn vertoont, als dat die aen Jacob Willems was voldaen. Actum Oldebroeck, den 19 meert 1739.


H.Dijck.


Protocol: 574, Datum: 12 aug 1731, Pagina: 295


Onderwerp: schuldbekentenis


Wij, ondergeschrieven Jan Arrys, meester timmerman, en Maria Tops, echteluiden, bekennen deugdelick en wel opregt schuldigh te wesen aen Hendrick Top en Hermen Gerrissen Smit als momberen van het onmundige soontjen, in echtschap verweckt bij Lambert Gerrissen een somma van ses en sestig karoli gulden veerthien stuyvers, heerkomende van de verkoffte klederen als gereetschap soo publyck verkofft sijn, welcke voornoemde somma wij verbinden ten mundigen daege (doorgehaald: kannende) beloven te voldoen, waervoor wij ondergeschreven verbinden onse personen en goederen geene uytgesondert, voorts Onderwerpende alle reghten en gerichten waer dieselve moghte gelegen (doorgehaald: sijn) komen. Des ten waeren oirconde hebben wij dese eygenhandigh onderteeckent int Oldebroeck, den 12 augusti 1731.

Onderstonde Jan Arres, Maria Tops.


Dat dit also gepermitteert siende getuygen wij


Onderstonde Hendrick Scholte, Luighjen Coops.

 
Coops, Luighjen (I2540)
 
721 Trijntje en Harmen Klazes de Vries) en Binne Jochums Westra, Trijntje Edses (I3227)
 
722 Trouwboek is niet meer aanwezig. Westra, Egbert Edzes (I3206)
 
723 Trouwen in kerk Gezin F157
 
724 turfmeter is een belastinginner op verkochte turf Osinga, Tjerk Fokkes (I1681)
 
725 Tussen 1769 en 1788. Sybes, Sjoerd (I4675)
 
726 Tweelingbroer met Joannes van Dieren, Michael (I4219)
 
727 uit het doodboek van de Bovenkerk Engeltien (I4744)
 
728 uit het doodregister van de Bovenkerk Meulenbelt, Gerrit Jans (I4743)
 
729 Uit: "Inventaris van het archief van de Noordpolder van Delfgauw"door G.J. Klapwijk uit Delft, een uitgave van het Hoogheemraadschap van Delfland:


"Ter vervanging van de vijzelmolen werd een dieselgemaal voor de bemaling van het lage gedeelte van de polder, 'De Put', in gebruikgenomen. Voor dit gemaal werd door L. Bekkering een Kromhout dieselmotor geleverd met een capaciteit van 16 m3 per minuut. 12 Omstreeks 1950 werd de Kromhout dieselmotor vervangen door een 'Hatz'-dieselmotor. Deze motor werd geleverd door G.J. Fros te Rijswijk." 

Fros, Gerrit Johan (I677)
 
730 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde


Fiche 109


Wij Jan en Reinder Wessels gebroeders, verkopen aan Jacob Willems (Veldkamp) en Matje Hendriks (Coops) een stuk bouwland groot de helft van 9 schepel voor f 400,- waaraan oostw de zwarteweg, zuidw Gerrit Hendriks, westw de grotewoldweg en noordw de kopers zelf gelandet zijn get. oct 1736 

van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
731 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 111




Wij Eibert Jansen en Gerrit Gijsbertsen doen cond, verschenen Arend Willemsen en Harmtje Cornelis echtel. verklaren schuldig te zijn wegens geleend geld aan Jacob Willemsen van de Stuurop en Matje Hendriks echtel. f 400,- en stellen tot onderpand hun hierboven vermeld erf tussen de grote en kleine woldweg gelegen get.10 sept 1740 

van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
732 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 112



Wij E.J.van Ommeren en Willem Boeduinx doen cond, verschenen Arend Willemsen en Harmtje Cornelis echtel. verkopen aan Goosen Lubbertsen Port en Dina Beerts echtel. een erfje op het Zuideinde gelegen best. Uit huis berg schuur en hoven met 16 gresen weiland enz. waaraan zuidw Evert Kat noordw Hendrik Heimensen, westw de grotewoldweg en oostw de kleinewoldweg gelandet is, voor f 1525,-

Blijvende de vestenissen aan Jacob van de Stuurop van f 400,- en de f 300,- van Engelbart Georg Ardesch tot last van Kopers get. 7 juli 1742 R.O.Schrassert

 
van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
733 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 142



Vrschenen Beerd gerritsen en Hendrikje Gerrits echtel. verkopen aan Jacob Willemsen van de Stuurop en Matje hendriks echtel. de helft van 12 gresen weiland, nader omschreven, voor f 743,- blijvende het hek staan aan de grotewoldweg enz. get oct 1743

 
van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
734 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 152



Ick Roelof Aartsen en Teuntje Willems bekennen schuldig te zijn aan Jacob Willems en Matje Hendriks echtel. f 700,- get 10 nov 1739


Bekenne ick teuntje willems wed van Roelof Aartsen schuldigv te zijn f 900,- aan Jacob Willemsen van de Stuurop en Matje Hendriks echtel. verbindende haar erve en goederen get 28 oct 1740

 
van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
735 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 156



Verschenen Gerrit Coertsen en Jannigje Hendriks (Coops) echtel.verkopen voor f 175,- aan Jacob Willemsen van de Stuurop 1/4 part in 4 1/2 gres de Kooy gen. waarvan koper, Peele Coops en Gerrit Jansen ook 1/4 bezitten alsmede 1/4 en 1/16 part in een akkertje in de hagen onder het erf op het Eekt gehorend die op heden is getransporteert enz. get den 1 oct 1744


Verschenen Hendrik Harmsen mede namens zijn vrouw die onpasselijk is lenen f 200,- van Jacob Willemsen van de Stuurop, onderpand hun 4 gresen enz get 10 nov 1744

 
van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
736 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 162



Voor ons verschenen Maria Catharina Bisschop wed. van Teunis Backer geass. met haar zoon Pauwel Backer verkoopt aan Jacob Willemsen van de Stuurop en Matje Hendriks echtel.4 gresen, nader omschreven, voor f 400,- get 5 juni 1741 

van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
737 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 163



Wij Egbert Hendriksen en Willem Tymensen doen cond: Verschenen Hendrik van de Berg verkoopt aan Jacob Willemsen van de Stuurop en Matje Hendriks echtel. 6 gresen weiland aan de Soimerdijk in de Nieuwstad ( 't Noordeinde) waaraan noordw de dijk oost en westw koper en zuidw burgem. Steenbergen gelandet is en zulks voor f 1200,- get 26 juni 1741 

van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
738 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 164



Wij Jan Willemsen en Gerrit Hendiksen doen cond: Verschenen Willem Aartsen en Teuntje Willems echtel. welke verkopen aan Jacob Willems van de Stuurop de volle helft van hun erf en goed daar zij thans wonen bestaande uit een huis hof en verder getimmer en 38 gresen weiland liggende op de Stouwe aan de gracht enz. gekocht voor f 1800,- .de andere helft behoord het voorkind van Willem Aartsen, bij Lambertje Gerrits verwekt, toe enz get sept 1748 

van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
739 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 165



Op heden is in der minne een magescheid gesloten tuusen Hendrik Jacobsen en Geertje Jans echtel. Jan Cracht en Lutgertje Jacobs echtel. en Jan en Willem Jacobsen voor zich en Peele Coops als momber ( zijnde de mede momber Geurt Jansen Overleden) van Luichje, Cornelisje en Hendrikje Jacobs kinderen van Jacob Willems van de Stuurop en Matje Coops echtel. zall.

Dat alvorens de goederen geprijst en gedeelt zijn bij loting is toegevallen aan Hendrik Jacobs en Geurtje Jans echtel. de helft van 30 gresen zijnde het Oosteinde van het Zijde bij de watermolen en 6 gresen het Aanwas buitendijks gelegen en de halve kooi in Boltsmerk waarvan de andere helft Peele Coops en de kinderen van Geurt Jansen toebehoort

Aan Jan Kracht en Lutgertje Jacobs ( van de Stuurop ) echtel. het halve erf in Boltsmerk op de Stouwe waarvan het kind van Roelof Aartsen de andere helft toebehoort en 6 gresen tegen de Nieuwstad en 1/4 in 9 schepel bouwland waaraan Hendrikje oostw enCornelisje Jacobs westw gelandet is

Aan Jan Jacobsen 9 gresen buitendijks, 4 gresen in Noordermerk en 6 gresen aan de kleineweg en voorts het Sandland waarin Egbert Hugenholts een partje heeft


Aan Willem Jacobsen 5 gresen buitendijks aan de brugge, 9 gresen aan de Somerdijk en 4 gresen Onland tussen de oude en nieuwe dijk en een oud getimmer in de Campernieuwstad en aan Luichje uit te keren f 75,-

Aan Luichje Jacobs de helft van 30 gresen in de Zijen bij de Watermolen het wester einde, 4 gresen in boltsmerk 8 gresen in de Zijen aan de kleineweg en een hagentje groot 1 schepel in Oosterwolde


Aan Hendrikje Jacobs het huis in de Campernieuwstad met alle getimmer zoals door haar ouders was bewoond, de Ossenkamp groot 8 gresen en 6 gresen Onland buitendijks en 4 1/2 gresen in de Zijen "Jouks" gen. en de helft van 9 schepel op het Hooge waaraan Beert Rijks oostw en Jan Kracht westw gelandet is en moet aan de andere 6 f 900,- uitkeren

Aan Cornelisje Jacobs een erf op het Eekt waarin Peele Coops en de kinderen van Geurt Jansen elk een 1/16 part hebben enz enz.enz. blijvende het erf aan de zwarte dijk in 't gemeen aldus opgemaakt en getekend op den 10 febr 1752 

van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
740 Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde

Fiche 169



Wij Jacob Willems van de Stuurop en Geurt Jansen doen cond: Verschenen Hendrik Hagewolt en Dirkje Kruishoop echtel. verkopen aan hun broeder en zuster Barend Hagewolt en Hendrina Smit echtel. 1/16 in de "Beem" in ''geheel groot 18 gresen waaraan noordw de gracht, zuid en oostw de dijk gelandet is, van welke kamp de heer van Dedem de helft toebehoort

Alsmede 1/8 in 5 gresen waarvan kopers 1/8 reeds hebben en Jacob Willems van de Stuurop 3/4 deel bezit waaraan westw Harmen Beerthuizen, noordw de zomerdijk en oostw gen. Jacob Willems en zuidw de ontvanger Lemker gelandet isenz. Get juli 1746 

van de Stuurop, Jacob Willemsz (I2305)
 
741 v.der Let (vrouw van Sikke Jans Hibma, boerenknecht Westra, Trijntje Edses (I3227)
 
742 vader??


Bastiaen Claes van Overvelt



Beambte in 1656 Breda



Plaats: Breda


Bron: GA Breda


Archief: OA Breda (1-1a) nr.400, folio: 82


Naam: Bastiaen Claes van Overvelt


Beroep/Functie: makelaar van de granen


Datum aanstelling: 1656, ca.


Opmerkingen: Cautie: f.5000,- gesteld door Pieter Claes van Overvelt (zijn broer) op 1656-09-11 Commissieboeken Breda



Bastiaen Claessen van Overvelt



peter op zondag 2 september 1640 Breda



Plaats: Breda


Bron: GA Breda


Gezindte: ng


DTB-nr: 25, fol: 33


Naam kind: Cateleyn


Datum doop: 1640-09-02


Man/Vrouw: v


Naam vader: Claes Claessen van Overvelt


Naam moeder: Janneken Hendrickxen de Greeff


Naam peter: Bastiaen Claessen van Overvelt


Naam meter: Maryke Corstiaens van der Daesdonck


Opmerkingen: NG Dopen Grote Kerk



Bastiaen Claessen van Overvelt



relatie op vrijdag 3 juni 1650 Breda



Plaats: Breda


Bron: GA Breda


DTB-nr: Afdeling III-8, 47


, folio: 46 r


Begraafdatum: 1650-06-03


Soort bron: bg


Naam begravene: nn van Overvelt


Man/Vrouw: v


Relatie: dochter van


Naam relatie: Bastiaen Claessen van Overvelt


Opmerkingen: Begraafboeken Breda Grote Kerk 1645-1693 begraven in de kerk, gebruik van baarkleed, overluiden.



Bastiaen Claessen van Overvelt



begravene op vrijdag 6 januari 1662 Breda



Plaats: Breda


Bron: GA Breda


DTB-nr: Afdeling III-8, 59


, folio: 44 v


Begraafdatum: 1662-01-06


Datum overlijden: 1662-01-01


Soort bron: bg/ov


Naam begravene: Bastiaen Claessen van Overvelt


Man/Vrouw: m


Opmerkingen: Begraafboeken Breda Grote Kerk 1645-1693 begraven in de kerk, gebruik van baarkleed, betaald biergeld, overluiden.



Bastiaen Clasen van Overvelt



relatie op woensdag 1 december 1683 Breda



Plaats: Breda


Bron: GA Breda


DTB-nr: Afdeling III-8, 80


, folio: 32 v


Begraafdatum: 1683-12-01


Datum overlijden: 1683-11-27


Soort bron: bg


Naam begravene: NN NN


Man/Vrouw: v


Relatie: Weduwe van


Naam relatie: Bastiaen Clasen van Overvelt


Opmerkingen: Begraafboeken Breda Grote Kerk 1645-1693 W.63 f.27 (30/11). begraven in de kerk, gebruik van baarkleed, overluiden.



Sebastiaen Claessen van Overvelt



Partij op woensdag 28 november 1646



Bron: Not. Archieven Breda


Inventarisnummer: N 103, folio: 8r


Datum: 1646-11-28


Naam partij: Sebastiaen Claessen van Overvelt


Plaatsnaam: Breda


Soorte akte/trefwoord: Inventaris


Bijzonderheden: Uit de nalatenschap van Cornelis Peeter Rouws, brouwer, en zijn vrouw Jenneken Isaacx van Son wordt een lijst van verkochte en verhuurde zaken opgesteld. Sebastiaen kocht o.a. div. zaken. 

van Overvelt, Cornelia Bastiaanse (I2435)
 
743 Van beroep kleermaker samen met zijn broer Nicolaes. ter Smitte, Jacob (I4283)
 
744 Van beroep Timmermansknecht. Tersmette, Dominicus Johannes Leonardus (I4273)
 
745 Vanaf (ongeveer) augustus 1826 werkte hij te Borne, alwaar hij zijn eerste vrouw ontmoette. Werkte achtereenvolgens als winkelier, arbeider, winkelknecht (rond 1835) en bediende. Tussen 1838 en 1843 was hij onderkoster van de Gereformeerde Bovenkerk te Kampen, en hierna koster, welke functie hij tot zijn dood bekleedde. Fros, Freiherr Bernardus (I659)
 
746 Veenwouden schrijven en ondertekenen een brief aan de Gouveneur van Westra, Eelke Edses (I3225)
 
747 Veenwouden, Doop Herv. gem. 1755 - 1811 Westra, Eelke Edses (I3225)
 
748 Veenwouden, Doop Herv.gem. 1755 - 1811 Edses, Eelke (I3226)
 
749 Veerman van het Nieuw-Neijerlandse veer Vermaes, Jacob Jacobse (I1302)
 
750 Verbleef in 1771-1773 in Gouda.

[*Admissies voor (tijdelijke) vestiging, 1727 - 1792 Gouda 1771-1773. Van Delfshaven. akte 8-5-1771; 1771 mei 28; 1773 juni 22; 1772 juli 20. (ac80 inv.nr. 245/61). Streekarchief Midden-Holland.]


 
Kollaert, Johannes (I32)
 

      «Vorige «1 ... 11 12 13 14 15 16 17 18 19 ... 22» Volgende»